ik heb
een vollukstuin met een sonnepit
een bed
savoyekool - waar de luis in sit
maar dat
mag niet hind're
't benne net kind're
die
daar wat spele en wat stoeie
daar mag
geen mens zich mee bemoeie
't
doet me niks dat d'r de luis in sit
in me vollukstuin en in me sonnepit
nou me
suikerbiet de grond in gaat
me rosalia te bloeien staat
kijk
naar me appelboom daar hangt een vogelnest
nou me
hyacint te voorschijn komt
en de
wereld om me heen verstomt
snuif ik
lekker de lucht op van de koeiemest
lig ik
te wiegen en te drome - in me hangmat in de zon
dan
waan ik me net in de hangende tuinen van dat ouwe babylon
daar op
me vollukstuin bij me sonnepit
boven de savoyekool - waar de luis in sit
maar dat
mag niet hind're
't benne net kind're
die daar
wat spele en wat stoeie
daar mag
geen mens zich mee bemoeie
't
doet me niks dat d'r de luis in sit
in me vollukstuin en in me sonnepit
kijk
eens naar me edel dahlia
naar de knoppe in me fuchsia
zie me
seringen nou - ik heb ze wit en paars
maar
vergeet me vergeetmenietjes niet
kijk
meteen es effe tussen 't riet
want in
me slootje - daar woont een echtpaar stekelbaars
dit
alles gaat me nooit vervele - want ben ik de mensen
moe
dan
kruip ik heel gauw in me schulp en vlucht ik naar me villa toe
op me eige vollukstuin bij me sonnepit
naast de savoyekool - waar de luis in sit
maar dat
mag niet hind're
't benne net kind're
die
daar wat spele en wat stoeie
daar mag
geen mens zich mee bemoeie
want zie
ik daar – zo’n heel klein luizebeest
dan
denk ik: "nou ja - we zijn toch allemaal ‘ns
jong geweest"
tekst:
TOM MANDERS
muziek:
TOM MANDERS
© 1957